Wij kweken alle planten op de koude grond en een klein gedeelte in de koude kas.
Beschrijving van planten in het wild maar ook het kweken en het cultiveren in de tuin, alpiene kas of pot
Lewisia of Bitterkruid is een geslacht uit de posteleinfamilie (Portulacaceae). Het geslacht is genoemd naar de ontdekker Meriwether Lewis (1774–1838). Het geslacht kent 19 species
Sommige soorten kunnen worden gebruikt in een rotstuin. Bij iedere plant staat vermeld waar u ze aan kunt planten. De planten staan het liefst op het noordoosten. Enkele soorten kunnen de volle zon verdragen. De plant heeft leerachtige bladeren en een lange penwortel. Omdat de plant maar één penwortel heeft, is het moeilijk de planten te verpoten. De penwortel kan wel 2 meter die de grond in gaan naar verloop van jaren.
De soorten komen in het wild voor in de Rocky Mountains, dat wil zeggen de staten Californie, Oregon, Arizona, Idoha, Utah, Colorado, Wyoming, Nevada, Montana, Washington en de Canadese provincie Brits-Columbia. Ze groeien op puinhellingen, op uitstekende richels en zelfs in een semi-woestijnklimaat.
Ze zijn aan zeer sterke droogte gewend en doorstaan droogte goed.
Voor een mooie plant, zet ze in een grond die liever droog is dan te nat en heel goed water afvoert, Zorg dat de oppervlakte droog is.
Een dikke laag van gruis of split om de plant van minimaal 4 tot 5 cm is prima. De bladeren hebben een hekel om op vochtige grond te liggen. Zorg ervoor dat de wortelknol van boven af geen direct vocht krijgt in het hart. Grondwater of water uit de kraan geven van bovenaf is dodelijk voor de plant. Een bui regen is niet zo erg deze is veel hoger van temperatuur dan het koude kraan of grond water. Als u grondwater heeft is beter dan kraan water daar zit vaak te veel kalk in. In principe alleen water geven als het echt nodig is na de bloei tot oktober zeker geen water geven. De planten staan liever langer droog dan te nat. Vooral het hart is voor te veel vocht tijdens herfst en winter erg gevoelig. Ze groeien graag tussen voegen, spleten en rotskliffen zet ze daarom op dit soort plaatsen in de tuin op het noord oosten. Wij geven indien nodig op een centimeter of 5 van de plant en dan rondom water maar nogmaals het water moet weg kunnen zakken. Na de bloei in juni minimaal of geen water geven bij lange droogte hooguit 1 keer. In oktober de planten licht vochtig houden tot maart maar beslist niet te nat. Onder aan deze pagina staan wat foto's met beschrijving hoe, Lewisia te verzorgen.
Plant kleine planten, deze slaan veel eerder aan dan planten uit tuin centra, deze planten zijn veel te snel opgekweekt en ten dode opgeschreven na de bloei.
Het is beter om de planten in het najaar aan te planten, de plant heeft dan tijd om aan te slaan en wortels te vormen. In het voorjaar heeft het alle energie nodig om knop te zetten en bloemen te produceren. De plant heeft weinig water nodig vandaar dat de groei wat ordelozer is.
Hoe minder water hoe compacter de groei. In de Rocky Mountains staan ze zomers beendroog bij temperaturen van tussen de 40 en 50 graden.
Het zijn prachtige alpine planten, de meeste soorten zijn lang levend maar er zijn ook niet lang levende soorten voor de rotstuin.
Toch moet men zorgen dat men steeds weer jonge gekweekte plantjes op voorraad heeft, om geen risico te lopen dat men een bepaald soort niet meer heeft.
Het is een inheemse plant. In de wildernis is het bedreigd, maar het weg nemen van deze plant heeft geen zin de planten sterven af zodra u ze in de rotstuin plant. Reden ze komen in een ander grondsoort dan in de natuur te staan en ze hebben één wortel pen. Plant daarom altijd jong gekweekte planten aan of planten uit zaad. Het is nu gecultiveerd en beschikbaar van zaad bij gespecialiseerde kwekers.
Lewisia brachycalyx:
Inheems aan de bergen van de zuidwestelijke Verenigde Staten en Baja Californië, waar het in vochtige habitat zoals
weiden groeit. Het groeit met een korte dikke hoofdwortel en produceert een basisrozet van dikke, vlezige, bot getipte smalle
bladeren tot 8 centimeters. De bloeiwijze heeft een aannemend de vorm van een cluster van verscheidene bloemen, zittend
boven op de bladrozet. Elke bloem heeft 5 tot 9 glanzende witte of roze bloemblaadjes van ongeveer 2 centimeters.
Deze soort is moeilijk om in cultuur te handhaven, daarom het best te kweken in een Alpiene kas. De planten vergen vaak tot vijf jaar
om een redelijke met maat van kroon op te bouwen, zij bloeien dan overvloedig.
De hybriden leven niet lang maar zijn mooie planten zo lang ze in leven zijn. De bloem knop heeft zon nodig om te bloeien.
Staat bij ons in een open alpiene kast in de zon in het voorjaar onder overkapping. In de zomer beschermen tegen het middag zon.
Alleen onder overkapping of alpiene huis
Lewisia cantelovii:
Komt voor in Californië, waar het aan de noordoostelijke bergketens van de Bergen van Klamath aan de noordzijde van de
Siërra Nevada groeit. Het groeit in rotsachtige, vochtige berg habitat. De plant groeit aan een korte, dikke hoofdwortel.
Het produceert een basisrozet van dikke, vlezige, bot getipte veel vormende bladeren met getande randen.
De bloeiwijze is een zeer slanke rechte stam. Elke bloem heeft 5 tot 7 ovale
bloemblaadjes. De bloemblaadjes zijn wit of zeer bleek met scherpe donkere roze aders.
De plant is een buitenbeentje, staat graag behoorlijk vochtig maar moet in de winter wel afgedekt worden tegen winter vocht.
Staat de plant in het voorjaar te droog dan sterft de plant zeker af.
Er zijn twee andere varianten voorkomend in het wild;
Lewisia cantelovii var cantelovii, Californië, Nevada
Lewisia cantelovii var serrata, Californië
Winterafdakje is beter.
Lewisia Columbiana:
Is inheems aan de westelijke Verenigde Staten in de staten, Washington, Oregon, Californië, Idaho en Brits Colombia, het oosten van de Cascades, waar het in rotsachtige berg habitat groeit. Het produceert een basisrozet van vele dikke, vlezige, bot getipte of gerichte bladeren van 2 tot 10 centimeters. De bloeiwijze doet zich voor op verscheidene stammen tot ongeveer 30 lang, elke stam kan soms wel 100 bloemen dragen. De bloem heeft 4 tot 11 bloemblaadjes, elk tot één centimeter in lengte en ovaal met een ingekerfde uiteinde. De bloemblaadjes zijn wit met scherpe donkere roze getekende lijnen.
In een trog of tussen tufsteen zal deze plant uitbundig bloeien. Het is niet noodzakelijk om het onder een overhangend gedeelte te kweken, maar een positie uit de middagzon, dus in de schaduw is wenselijk. In dergelijke omstandigheden zullen de bloemstengels kort blijven in tegenstelling tot de wilde tegen hanger. De plant wel schermen tegen overtollig wintervocht.
Er zijn drie andere varianten voorkomend in het wild;
Lewisia columbiana var. columbiana, Oregon, Washington en Canada, Brits Columbia.
Lewisia columbiana var. rupicola, Washington, Oregon en Canada Brit-Columbia
Lewisia columbiana var. wallowensis, Idaho, Montana, Oregon.
Allemaal in een winter afdakje is beter
Lewisia congdonii:
Het produceert een basisrozet van verscheidene dikke, vlezige bladeren met lans vormige bladen. De bloeiwijze doet zich op één of meerdere stammen voor. De bloem heeft 6 of 7 bloemblaadjes. De bloemblaadjes zijn bleek met scherpe donkere roze lijnen. Het is inheems in de Siërra Nevada van Californië, waar het slechts op enkele plaatsen voorkomt. De plant sterft in het najaar af om ondergronds verder te leven. Vanaf begin maart vochtig houden, hij komt dan zeer snel uit de winterslaap om vervolgens in de maand mei te bloeien. Na de bloei droog houden.
In winter afdakje
Lewisia cotyledon:
Inheems aan zuidelijk Oregon en noordelijk Californië, waar het in rotsachtige sub-alpiene berg habitat groeit.
Het produceert een basisrozet van vele dikke, vlezige ovale of kegelvormige bladeren tot 9 centimeter lang.
De bloeiwijze doet zich op één of meerdere stelen voor, elke stam kan een serie van zelfs 50 bloemen dragen.
De plant komt in vele vormen in cultuur voor en is gemakkelijk te kweken.
De soort is altijd wintergroen en lang levend. Ze houden niet van te veel regen en vocht in de winter.
De plant biedt een brede kleuren waaier in bloemen aan. Voor beginners is dit de ideaal plant om mee te beginnen te kweken.
Sommige soorten produceren baby planten door compensatie van de
kroon van de penwortel. Deze kunnen zorgvuldig na de bloei of in de vroege herfst worden afgebroken en in gravel of
zandige grond worden op geplant. Men dient er wel rekening mee te houden dat de moeder plant de eerste week helemaal
droog moet staan zodat de plant een nieuw wortelvlies kan vormen. De meeste andere soorten moet men kweken uit zaad.
Door natuurlijke bestuiving kunnen de planten in de tuin, een andere kleur aannemen.
Andere vormen voorkomend in het wild;
Lewisia cotyledon var. cotyledon, Oregon, California
Lewisia cotyledon var. heckneri, California
Lewisia cotyledon var. howellii, Oregon, California
Kan zo in de tuin maar toch beter een winterafdakje.
Lewisia disepala:
Het is inheems in de Sierra Nevada van Californië, waar het bekend is van verschillende locaties hoog in de bergen.
Het groeit in rotsachtige berg habitats zoals talus en open bedden van kaal grind
Het produceert een basisrozet van vele kleine bladeren niet langer dan 1.5 centimeter. De bladeren zijn dikke, vlezig en
diep glanzend groen. Elke bloem heeft 5 tot 8 heldere roze ovale bloemblaadjes.
Dit is een zeer zeldzame soort in cultuur net als, Lewisia kelloggii en Lewisia maguirei er is weinig over bekend.
Alleen onder overkapping of alpiene huis
Lewisia kelloggii:
Inheems aan de Siërra Nevada van Californië, waar het op verscheidene plaatsen hoog in de bergen groeit. Het groeit in rotsachtige
berg habitat in graniet en lei substraten. Het produceert een basisrozet van vele dikke, leerachtige, lepel-vormige bladeren.
De bloeiwijze draagt verscheidene bloemen, elk op een zeer korte steel. De bloem heeft 5 tot 13 glanzende witte of roze achtige bloemblaadjes. Dit is een zeer zeldzame soort in cultuur net als, Lewisia kelloggii en Lewisia maguirei is er weinig over bekend.
Andere vormen voorkomend in het wild;
Lewisia kelloggii var. hutchinsonii, California
Lewisia kelloggii var. kelloggii, California, Idaho
Alleen onder overkapping of alpiene huis.
Een winter afdakje of alpiene huis
Lewisia leeana:
Inheems aan Californië en Oregon, waar het in de bergen van de Siërra Nevada en de Waaiers van Klamath groeit. De plant groeit met een smalle, bosrijke hoofdwortel. Het produceert een basisrozet van velen vlezige vlakke aan cilindrische bot getipte bladeren tot 4 centimeters lang. De bloeiwijze draagt vele bloemen op rechte, vertakkende stelen. Elke bloem heeft 5 tot 8 witte, roze, of purperachtige bloemblaadjes. Het kruist in de wildernis met Lewisia cotyledon (Lewisia x whiteae).
Bij ons staat de plant voor de grootste deel van de dag in de schaduw. Het is aangeplant in rotsspleten in goed doorlatende korrelige grond vermengd met brekerzand en gruis.
Een winter afdakje of alpiene huis
Lewisia longipetala:
Is een zeldzame species. Het is inheems in de Siërra Nevada van Californië, waar het maar op 20 plaatsen voor komt. Het groeit in sub-alpiene en alpiene klimaten, op vochtige gebieden in rotsachtige habitat zoals taluds, die de flarden van sneeuw het hele jaar door behoudt. De meeste specimens groeien op naar het noorden gerichte hellingen met weinig omringende vegetatie. De plant groeit in gebieden met vaak hoge sneeuwduinen in de buurt en worden door de smeltende sneeuw van water voorzien. Het produceert een basisrozet van vele dunne maar vlezige bladeren 3 tot 6 centimeters. De bloeiwijze wordt samengesteld uit verscheidene bloemen op korte stelen. Elke bloem heeft rond 8 bloemblaadjes elk tussen 1 en 2 cm lang en roze van kleur. De plant vereist in de rotstuin vochtigheid in de lente en begin zomer wanneer het een periode lang zal bloeien, alvorens het plotseling weer heel snel afsterft. De plant leeft door onder de grond tot in het vroege voorjaar om dan weer in de groei te komen
In winter afdakje of onder afdek is beter
Lewisia maguirei:
Is een zeer zeldzame species. Het is inheems in de staat Nevada, waar het slechts van oostelijke Provincie Nye gekend is. De vlezige lans vormige bladeren 1 of 2 centimeters lang. De bloeiwijze bevat 2 of 3 bloemen. Elke bloem heeft 3 of 4 brede witte of roze achtige kelkbladen en tot 9 witte of roze getinte bloemblaadjes. Het bloeien, komt in de zomer voor. Het groeit op rotsachtige klei en kalksteenhellingen in open bossen bij verhogingen rond 2240 tot 2525 meters. In het wild staat de plant in de volledige zon. Lewisia maguirei, kweekt men waarschijnlijk in een lichtgevende plaats, met direct zonlicht, misschien beschut door de wind. Het beste te kweken in een alpine huis. In cultuur is deze plant niet verkrijgbaar jammer genoeg.
Zeer moeilijk, alleen onder overkapping of alpiene huis
Lewisia nevadensis:
Inheems aan de westelijke Verenigde Staten in de staten Arizona, Californië, Colorado, Idaho, Nevada, Nieuw Mexico, Oregon, Utah, Washington. Het groeit op natte grazige hellingen en weiden in de buurt van bronnen; 1300-3200 m. Het produceert een basisrozet van verscheidene vlezige bladeren. De bloeiwijze is een bundel van korte bladeren die elk een bloem draagt. De bloem heeft glanzend wit tot roze bloemblaadjes.
Kan in de tuin zonder afdakje maar beter om dit wel te doen in winter.
Lewisia oppositifolia:
Is inheems aan de bergen van Klamath van provincie Josephine, Oregon, en Del Norte provincie, Californië, waar het gevonden is in vochtige gebieden. Het produceert een basisrozet van lans-vormig verscheidene, bot getipte vlezige bladeren. De bloeiwijze wordt samengesteld uit één of meerdere rechte stammen, die elk1 tot 6 bloemen draagt. De bloem heeft wit roze bloemblaadjes met botte of scherpe uiteinden en bladverliezend. Een ongewone Lewisia die bloemen produceert langs verschillende stelen in plaats van een rozet. De opwaartse gerichte bloemen zijn zuiver wit en hebben een aparte charme. Het best te kweken in de alpien kas, in de volle zon, maar met wat vocht in perfecte drainage.
Beter onder afdak of alpiene huis. moeilijk in de tuin.
Lewisia pygmaea:
Het is inheems aan westelijk Noord-Amerika van Alaska en Alberta tot Californië en New Mexico, op hoogtes tussen 2300-4200 meter waar het in vele types van vochtige, rotsachtige berg habitat, zoals grintbedden en zandige weiden groeit. Het produceert een basisrozet van verscheidene bladeren. De bladeren zijn smalle maar dik en vlezig, bot getipt, en lineair aan lans vormige. De bloeiwijze wordt gewoonlijk uit een paar zeer korte stammen samengesteld die één of meerdere bloemen draagt. Elke bloem heeft 5 tot 9 witte, roze of rode bloemblaadjes. Het beste in de schaduw met superieure drainage. Uitstekend in rotsmuren, of troggen. Verdraagzaam aan de droogte zodra de plant is aangeslagen. Tijdens bloei vochtig houden.
In winter afdakje.
Lewisia rediviva:
De staats bloem van Montana, Verenigde Staten. Het wordt gevonden op alsem vlaktes op de lagere gedeeltes van de bergen, in West en Zuid- Centraal Montana. Het strekt zich in het noorden uit van Brits Colombia tot aan zuidelijk Californië, en aan de oostkant van de Waaier van de Cascade aan Colorado en Arizona. Zij strekken zich in kleur uit van witachtig tot donkerroze. De bloemblaadjes (gewoonlijk ongeveer 15) zijn langwerpig. De installatie groeit op grindachtige en zware, gewoonlijk droge grond, op scablands en uitloop gebieden hiervan. De bloem knop heeft zon nodig om te bloeien.
Dit is niet één van de meest eenvoudige soorten Lewisia’s om te kweken. Het compost moet 1 deel potgrond, 2 delen brekerzand en 3 delen split bevatten. Vanaf de tijd dat de bloem verdwijnt tot in het vroege voorjaar bijna of helemaal geen water geven. Het best gekweekt in de alpiene kas
Andere in het wild voorkomende vormen;
Lewisia rediviva var. minor, California, Nevada, Utah
Lewisia rediviva var. rediviva, Canada, British Columbia, Montana, Washington, Oregon, Idaho, Wyoming, Nevada, Utah, Colorado, California, Arizona.
Alleen onder overkapping of alpiene huis
Lewisia serrata:
Is inheems van slechts drie plaatsen in de American River drainage van Eldorado en Placer districten, Californië. Groeien in schaduwrijke Canyons op rotswanden.
In de rotstuin een doorlatende grond, brekerzand, gruis. Kan buiten in de winter, een afdakje tegen vocht. Halfschaduw, op noorden. Kleine rozetten van fijn getande bladeren, waaruit pezige dunne stengels produceren nevels van kleine lichtroze bloemen, gestreept met een diepere schaduw. Houd vochtig in het voorjaar met minder water in de zomer en gedeeltelijke schaduw. Het hele jaar door groen blijvend, maar soms toch sluimerend.
Winter afdakje
Lewisia Sierrae:
Komt voor van Sierra Nevada van Toulomne Country tot Tulare Country, Californie In zand en grint boven de boom grens. De plant heeft minieme strakke bladrozetten en vele uiterst kleine witte of roze bloemen. Een vrij moeilijke plant voor in de rotstuin, goed gedraineerde bodem veel gruis, korrelige grond, brekerzand. Het beste aan te planten op een helling op het Noorden, zodat regenwater zich niet zal verzamelen rond de basis. Nog beter in alpine kas. De plant moet een droge rust periode hebben van oktober tot eind februari.
Beter in de winter afdakje.
Lewisia stebbinsii:
Is een zeldzame species, het is endemisch aan Californië, waar het van minder dan vijftien plaatsen in de binnen waaiers van de kust van het
noorden van de Provincies van Mendocino hoofdzakelijk in Nationaal Bos Mendocino gekend is.
Geen makkelijke plant voor in de rotstuin, vereist goed gedraineerde bodem veel gruis, korrelige grond, brekerzand. Het is het beste te planten op
een helling op het Noorden, zodat regenwater zich niet zal verzamelen rond de basis. Nog beter in alpine kas. Het geeft onregelmatig zaad
vooral als de plant ouder wordt.. Alleen onder overkapping of alpiene huis
In winter afdakje of alpiene huis
Lewisia tryphylla:
Het is inheems aan westelijk Noord-Amerika van Brits Colombia aan Californië tot aan Colorado, waar het in berg en bos habitat, vaak op natte,
rotsachtige alpiene gebieden groeit waar het door smeltsneeuw kan bloeien. In plaats van een basisrozet zoals veel andere species produceert
het 2 tot 5 korte, slanke, vlezige bladeren van het lagere deel van de stam, dat aan of onder de grond oppervlakte kan zijn. De kleine stam draagt
een bloeiwijze van 1 tot 25 bloemen. De bloem heeft 5 tot 9 kleine witte of roze achtige bloemblaadjes. De bloem knop heeft zon nodig om te bloeien.
Alleen onder overkapping of alpiene huis
Lewisia tweedy:
Het is inheems voor westelijk Noord-Amerika in noord-centrale Washington en aangrenzende British Columbia.
Het groeit gewoonlijk op goed gedraineerde hellingen, vaak op rotsachtige hellingen of in rotsspleten van ponderosa-pijnbomen
tot aan het droger gedeelte van de Grand Fir-zone van de Noord Cascades. Het wordt meestal gevonden op een hoogte van 460 tot 1.370 m.
Kan in de rotstuin maar beter onder overkapping of alpiene huis
Lewisia sacajaweana:
B.L. Wilson: VS (Idaho), alleen beschreven in 2005.
Het is een soort van bloeiende plant in de familie Montiaceae bekend onder de algemene naam Sacajawea's bitterwortel.
Het is endemisch in Idaho, waar het bekend is van ongeveer twee dozijn locaties, waarvan ongeveer 75 procent in Boise National Forest.
Het wordt meestal gevonden op hoogtes variërend van 1.500 m tot 2.900 m boven zeeniveau en produceert witte bloemen
kort na het smelten van de sneeuw.
Niet in cultuur.
Hybride soort
Lewisia ×whiteae Purdy:
Oregon– hybrid of Lewisia leeana and Lewisia coteyedon
beter afdakje in de winter of onder overkapping of alpiene huis
Lewisia in onze alpiene tuin
Lewisia is echt een hele mooie plant, maar voor beginners eigenlijk wel moeilijk zeker de planten die zijn gekweekt van
zaden uit het wild, behalve de cotyledon soorten. De snel opgekweekte soorten Cotyledons in tuin centra zullen
na het uitplanten in de tuin of rotstuin afsterven deze zijn te snel opgekweekt. Houd men zich aan een aantal regels dan zijn een aantal
soorten goed te houden in de rotstuin. In potten op het terras hoge diepe potten gebruiken houd rekening met wortel pen, ook in Alpiene kas of
onder een overkaping. In de natuur groeit de plant in soms lichte zure grond. Maar op plaatsen waar de grond minimaal is en bestaat
uit fijn zand en gruis, groeien ze soms op kliffen of in rotsspleten waar ze soms maar uit 1 of 2 centimeter grond hun voeding
moeten halen. In onze rotstuin zijn sommige soorten aangeplant in een wand van flagstone naar Tsjechië model welke van bovenaf kan
worden voorzien van een afdak tijdens lange natte periodes in de winter. Als u ze in spleten op een droge plaats of onder overhangende
rotsen aanplant,gelegen op het Noord of Oosten zal de plant ook bij u in de rotstuin het goed doen. Bij ons zijn ze ook op deze wijze aangeplant.
Ze staan in een matig tot schrale grond vermengd met veel lava split. Dit laat goed water door dus maar houd ook een beetje vocht vast.
prima drainage.
Als grond soort hebben wij gekozen voor 2 delen oude potgrond, 1 deel turf, 2 delen scherp zand, 2 delen lava korrel 1 deel perliet
dit alles gemengd. Een flinke laag gruis van 2 tot 3 centimeter vormt de boven laag Een goed water doorlatende grond is essentieel
voor het behoud van de plant. Vanaf oktober gaan we de planten beschermen tegen overvloedig regen dit tot eind februari.
Vanaf maart komen ze mooi groen en vol knop tot leven, nu geven we ze bij droog weer af en toe water zodat de grond licht vochtig
is niet erop maar altijd naast de plant. Vanaf eind april begin mei bloeien ze volop. Diverse soorten sluimeren in vanaf juni, maar leven
onder de grond verder om vervolgens vanaf oktober sommige pas vroeg in het voorjaar weer op te leven.
Blijft de plant sluimeren of maakt het weinig blad dan kan het na 2 of 3 jaar toch weer volledig terug keren.
Voorbeeld, Lewisia rediviva heeft 3 jaar in een pot gestaan maar bloeide daarna extreem mooi.
Water geven het liefst in de vroege morgen maar zo min mogelijk. Als men dit in de avond doet loopt men de kans dat de wortelknol
vochtig blijft en een schimmelinfectie krijgt, deze is zeer moeilijk te bestrijden en de knol gaat inrotten. De plant is dan ten dode opgeschreven.
De bladeren hebben een hekel om op vochtige grond te liggen. Zorg er voor dat de wortel knol van boven af geen direct vocht krijgt in het hart.
Nogmaals grondwater of water uit de kraan geven van bovenaf is dodelijk voor de plant. Een bui regen is niet zo erg deze is veel hoger
van temperatuur dan het koude kraan of grond water.
In principe alleen water geven als het echt nodig is en nogmaals na de bloei stoppen met water geven. De planten staan liever langer
droog dan te nat. Vooral het hart is voor te veel vocht tijdens herfst en winter erg gevoelig. Ze groeien graag tussen voegen, spleten en
rotskliffen zet ze daarom op dit soort plaatsen in de tuin op het noord oosten. De penwortel kan wel 2 meter diep de grond in gaan
naar verloop van jaren, dan heeft water geven niet veel zin meer.
Ik geef in de alpiene tuin alleen in het voorjaar water als het echt nodig is. Na de bloei tot oktober krijgen ze tijdens droogte geen water.
In de zomer bij langere droogte en hitte zullen de planten het blad laten hangen zelfs verdrogen dit is niet erg ze komen na een regenbui
weer terug denk u toch van ze moeten water dan minimaal. Bij deze langere droogte als men toch water wil geven nooit kraan of grond water
geven dit is echt dodelijk ruim erom heen indien mogelijk 5 cm rond de knol maar beperk dit tot een minimum.
Veel planten staan in pot onder overkaping en in een open alpiene kas bij ons. Alle planten onder de overkaping staan
op schotels en krijgen van onderen water vanaf oktober tot de bloei maar ook minimaal. In de open alpiene kas staan de potten
verzonken in scherp zand hier onder ligt een laag split welke is afgedekt met doek zodat het scherpe zand niet tussen het split zakt.
door het split loopt een water geef systeem wat de ondergrond vochtig houd ook dit houden wij in de zomer droog.
Lewisia bloeit in koele voorwaarden, zelfs die in de droge woestijnen van het westen van Noord Amerika groeien, genieten van koele
microklimaten in hun wortelloop pas tijdens hun groeiperiode. Het water is ongetwijfeld de kritische factor in de cultuur van deze
planten.Deze moeten aan de droge kant gehouden worden in alle seizoenen behalve in de lente, maar nooit kurk droog of been droog
gehouden worden.
Informatie voor in de rotstuin.
Halfschaduw tot schaduw, wortel knol nooit in de middag zon sommige soorten bloeien alleen in de zon dus even kijken waar men
ze aan plant. Sommige soorten kunnen beter in de alpine kas gekweekt worden, zoals Lewisia bracycalyx, Lewisia rediviva en
waarschijnlijk Lewisia disepala. Altijd verticaal aanplanten in verhoogd bed of rotswand, zodat de wortelknol vrij staat van overtollig
vocht. zet met ze bovenin het bed dan in de winter een afdak er op. Schrale tot licht zure grond, dikke kraag van split of gruis rond de
plant. Beschermen tegen overtollig vocht in de winter.Alleen vanaf begin maart tijdens droog weer de grond vochtig houden tijdens knopzetting tot aan
de bloei, zodra plant volop bloeit minder water geven. In de zomer tijdens lange droogte geven wij de planten heel weinig water 1x in de 14 dagen
een hele lichte broes om de plant. Alles wat besproken is, is mijn ervaring wat betreft het kweken en houden van Lewisia in de rotstuin.
Wilt u meer weten over deze prachtige plant komt u dan naar de open tuin dagen of bel voor een afspraak.
Alles wat ik heb beschreven zijn tips de u kunt gebruiken doet u dit niet dan loopt het houden van deze planten voor u op een teleurstelling uit.
Wilt u meer weten neem dan contact met ons op.
Taxonomie
Lewisia de naam van dit geslacht herdenkt Meriwether Lewis (1774-1809), die deelnam aan de beroemde Lewis en Clark-expeditie door de Verenigde Staten (1804-1806).
Lewis, die een groot fan was van plantkunde, mineralogie en natuurwetenschappen, had vooral veel planten verzameld voor verdere studie
Meriwether Lewis, bekend van Lewis en Clark, wordt gecrediteerd voor de eerste ontdekking door een Europeaan of Amerikaan van Lewisia,
die bij de lokale indianen bekend stond als bitterwortel. Lewis ontdekte het exemplaar in 1806 bij Lolo Creek, in de bergketen die bekend werd als de Bitterroot Mountains.
De plant kreeg zijn wetenschappelijke naam, Lewisia rediviva, door Frederick Traugott Pursh.
Lijst van soorten
Er zijn negentien soorten en verschillende variëteiten van Lewisia, waaronder:
Lewisia brachycalyx Engelm. ex A.Gray: United States (California, Arizona, Utah), Mexico (Baja California)
Lewisia cantelovii J.T.Howell: USA (California, Nevada)
Lewisia columbiana (J.T.Howell ex A.Gray) B.L.Rob.
Lewisia columbiana var. columbiana: Canada (British Columbia), USA (Washington, Oregon)
Lewisia columbiana var. rupicola (English) C.L.Hitchc.: Canada (British Columbia), USA (Washington, Oregon)
Lewisia columbiana var. wallowensis C.L.Hitchc.: USA (Idaho, Montana, Oregon)
Lewisia congdonii (Rydb.) S.Clay: USA (California)
Lewisia cotyledon (S.Watson) B.L.Rob.
Lewisia cotyledon var. cotyledon: USA (Oregon, California)
Lewisia cotyledon var. heckneri (C.V.Morton) Munz: USA (California)
Lewisia cotyledon var. howellii (S.Watson) Jeps.: USA (Oregon, California)
Lewisia disepala Rydb.: USA (California)
Lewisia glandulosa (Rydb.) Dempster : USA (California)
Lewisia kelloggii K.Brandegee
Lewisia kelloggii var. hutchinsonii Dempster: USA (California)
Lewisia kelloggii var. kelloggii: USA (California, Idaho)
Lewisia leeana (Porter) B.L.Rob.: USA (California, Oregon)
Lewisia longipetala (Piper) S.Clay: USA (California)
Lewisia maguirei A.H.Holmgren: USA (Nevada)
Lewisia nevadensis (A.Gray) B.L.Rob.: USA (Washington, Oregon, California, Nevada, Utah, Colorado, New Mexico)
Lewisia oppositifolia (S.Watson) B.L.Rob.: USA (Oregon, California)
Lewisia pygmaea (A.Gray) B.L.Rob.: Canada (Yukon Territory, British Columbia), USA (Alaska, Washington, Oregon, Idaho, Nevada, Utah, Colorado, California, Arizona)
Lewisia rediviva
Lewisia rediviva Pursh (Bitterroot; the state flower of Montana)
Lewisia rediviva var. minor (Rydb.) Munz: USA (California, Nevada, Utah)
Lewisia rediviva var. rediviva: Canada (British Columbia), USA (Montana, Washington, Oregon, Idaho, Wyoming, Nevada, Utah, Colorado, California, Arizona)
Lewisia sacajaweana B.L.Wilson: USA (Idaho)[7] alleen beschreven in 2005.
Lewisia serrata Heckard & Stebbins : USA (California)
Lewisia stebbinsii Gankin & W.R.Hildreth: USA (California)
Lewisia triphylla (S.Watson) B.L.Rob.: Canada (British Columbia), USA (Washington, Oregon, Idaho, Wyoming, Nevada, Utah, Colorado, California, Arizona)
Lewisia ×whiteae Purdy: USA (Oregon) – hybrid of Lewisia leeana and Lewisia cotyledonAlleen onder overkapping of alpiene huis
Taxonomische botanici hebben het geslacht Lewisia onderverdeeld in verschillende geslachten, of subgroepen, die elk soorten omvatten
die veel kenmerken gemeen hebben. Niet alle behandelingen van het geslacht Lewisia omvatten dezelfde soort, en zelfs niet hetzelfde aantal soorten,
omdat verschillende auteurs verschillende meningen hebben over wat een geldige soort is.
In zijn monografie van het geslacht presenteerde Brian Mathew (1989) een meer formele infrageneric classificatie van twee ondergeslachten:
subgenus strophiolum, met één soort, Lewisia tweedy; en subgenus Lewisia met de overige achttien soorten, geplaatst in de secties.
Mathews suggereerde dat de klasse van lewisa als volgt is zoals is opgesteld in zijn boek Genus Lewisia by Brian Matthew.
B. LeRoy Davidson stelde voor om de infrageneric-ranglijst van Mathew te vereenvoudigen zoals opgesteld in zijn boek Lewisias by B. Leroy Davidson
De planten staan verzonken in scherp zand
in terracotta potten, de grond in de poten is potgrond liefst oude, scherpzand, lava split en
perliet een dikke laag split van 3 cm is alles mee afgestrooid. Hier onder doorloopt het water geef systeem. Deze kas is aan de zijkanten kanten open. In de zomer staat de wortelknol koel ik het zand verzonken. De planten zelf krijgen zon dit is voor lewisia rediviva, brachycalyx, tweedyi, glandulosa en de meeste blad verliezende soorten van groot belang. Ze komen dan alleen volop in bloei.
Voeding krijgen ze 1 keer per jaar in het voorjaar een klein beetje gedroogde koemest welke ik in ieder pot 4 korreltjes druk dit wordt opgenomen door het vocht wat de plant van onder krijgt. Wees niet bang als de planten door lange warmte de bladeren laten hangen.
Lewisia tweedyi bijvoorbeeld kan door de warmte heel veel gele en dode bladeren krijgen. Haal dit heel voorzichtig weg de wortelknol niet beschadigen de plant komt weer terug in het voorjaar
Planten op plantschaal krijgen water van onderen.
Een afdakje van polycarbonaat in de winter. Lewisia die wel in de tuin kunnen staan krijgen in de winter vanaf begin november tot eind februari een afdakje
Lewisia rediviva onder de overkaping gaat in juni in rust en komt eind oktober begin november terug dan een klein beetje water gaan geven te veel vocht is dodelijk voor de plant.
Afdak op het noorden waar de lewisias onder staat die heel moeilijk zijn in de tuin. Ook de planten die het blad behouden kunnen door de warmte heel veel gele en dode bladeren krijgen. Haal dit heel voorzichtig weg de wortelknol niet beschadigen de plant komt weer terug in het voorjaar. Dus hier geld de zelfde werkwijze als bij Lewisia tweedyi
Lewisia leeana staat ook onder het afdek.
Open alpiene kas de zijkanten kunnen open
In de zomer kunnen we dan weer schermen met een doek tegen te veel zon. In de winter is de kas open alleen op de zuid west kant hebben wij een silo doek er langs gespannen
tegen regen maar laat wel wind en lucht door
Dit doen we voor een goede doorluchting.
Lewisia columbiana tussen flagstone.